U hebt hem bijna een
god gemaak
Hem gekroond met glans
en glorie.
Psalm 8:6
Je gelooft je ogen bijna niet, maar het staat er echt; op de
vraag ‘Wat is de sterveling’ geeft David zelf dit antwoord: de – zwakke,
nietige, sterfelijke - mens , de sterveling is bijna - bijna! - een god of goddelijk.
De Statenvertalers konden het echt niet geloven, en de
herzieners ervan ook niet: die vertalen ‘U hebt hem weinig minder gemaakt dan
de engelen’. Maar in de grondtekst staat het toch echt: weinig minder
dan elohim, het Hebreeuwse meervoud
waarmee in Genesis 1:1 de Schepper van hemel en aarde wordt aangeduid, en in
Exodus 20:1 de Bevrijder uit Egypte en de Wetgever. En bovendien: engelen zijn
toch niet meer dan ‘dienende geesten, uitgezonden om hen bij te staan die deel
zullen krijgen aan de redding’; mensen dus (Hebr. 1:14).
In Psalm 8 geen woord over nood, de zwakheid en de zonde van
de mens. Niets over zijn onbekwaamheid
om het goede te doen en zijn neiging tot het kwaad. Bijna god, of bijna goddelijk.
Zo bijzonder, dat aan deze schepselen – gemaakt naar het beeld van God – het
beheer over de aarde werd toevertrouwd: alles werd aan zijn voeten gelegd. En
kennelijk is daar niet radicaal een streep door gehaald na de zondeval; zie
deze Psalm, zie ook het strikte verbod om mensen te doden omdat die mens (nog steeds) beelddrager Gods is (Gen. 9:6).
Voor God had en heeft de mens een bijzondere positie;
beelddrager, heerser over de dieren, rentmeester. Niet minder dan dat. Maar ook
niet meer. Want dat is het gevaar; dat die mens vergeet dat hij (of zij) het ‘bijna’ is en zich als een god gaat
gedragen. Dat de mens vergeet dat hij rentmeester is, geroepen om te heersen
als dienaar van de Eigenaar. Dat de mens vergeet dat hij ook schuldig is en
moet leven van genade. Als dat gebeurt , gaat het echt goed mis en dat zien we
dan ook overal om ons heen gebeuren.
Daarom moet die mens, moeten u en ik, ook volharden in de lofprijzing aan de
Schepper en Eigenaar van hemel en aarde: HEER, onze Heer, hoe machtig is uw
naam op heel de aarde (vers 2 en 10).
Meditatie in het kerkblad Kerk op Dordt, jaargang 3, nr. 4, 17 februari 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten