dinsdag 24 september 2013

Bidden voor Kopenhagen






Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen. Maar ze heeft hoop gekregen, omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt.
Romeinen 8:20 en 21


Regelmatig bereiken mij verzoeken om voorbede te doen. Voor medemensen in nood, bijvoorbeeld, dichtbij of ver weg. Voor slachtoffers van oorlog of natuurgeweld.  Voor ‘ onze’ soldaten in Uruzgan. Voor vervolgde broeders en zusters. Voor de zending en projecten van het ‘werelddiaconaat’. Voor Israël, de vrede van Jeruzalem. Voor de eenheid van de kerken.
Allemaal goed, allemaal terecht. Gebed is nodig,  gebed ‘vermag’ veel. Ik denk dat de mensen gelijk hebben die stellen dat de malaise van de westerse kerk alles te maken heeft met het feit dat gebed er zo’n marginale rol speelt; ik las een uitspraak van een Chinese kerkleider die bij zijn vertrek na een bezoek aan de USA op de vraag wat hem het meest was opgevallen, antwoordde: “ Dat jullie zoveel voor elkaar krijgen zonder God nodig te hebben…”

Maar wat ik nog niet heb gezien  is een oproep om te bidden voor  de klimaattop in Kopenhagen (wel om op 13 december , als in deze stad een speciale kerkdienst eindigt,  de kerkklokken te luiden). Soms lijkt het of christenen die zich het afgelopen jaar het meest druk hebben gemaakt om op te komen voor de betrouwbaarheid van het scheppingsverhaal – over het ontstaan van de aarde - het minst betrokken zijn bij de toekomst  ervan.
Misschien heeft dat te maken met de wijdverspreide gedachte dat deze aardbol  bij de wederkomst van Christus niet meer nodig is en door vuur zal vergaan. Daar dat gaat het inderdaad in 2 Petrus 3, maar dan is het wel belangrijk dat hoofdstuk goed te lezen.
Petrus refereert  in dit hoofdstuk aan de zondvloed. Maar toen die voorbij was, kwam de oude aarde weer tevoorschijn, de wereld die God had gemaakt en waarvan Hij had gezien dat die goed, zelfs ‘zeer goed’ was. De aarde was nieuw, vernieuwd, want al het kwaad dat zich er had genesteld – inclusief de veroorzakers ervan – was er niet mee.
In de woorden van Petrus klinkt ook het allerlaatste hoofdstuk van ‘ons’ Oude Testament door, Maleachi 3. In vers 19 (4:1 in sommige vertalingen) gaat het ook over dit oordelende vuur. Maar aan het begin van het hoofdstuk, in 3: 1 en 2, blijkt dit het vuur van de zilversmid te zijn, die in het vuur alle onzuivere elementen wegbrandt om zuiver zilver over te houden. Zo zal het kennelijk gaan met de goede schepping van God, de aarde; die komt niet in de verbrandingsoven, bij het restafval, maar wordt door God gereinigd, gezuiverd en is dan helemaal nieuw.

Romeinen 8 spreekt over diezelfde aarde, die meegesleurd is in de val, de zondeval van een opstandige mensheid. Maar zoals er toekomst is voor hen die zich aan Gods genade toevertrouwen en daarmee Zijn kinderen worden, zo is er ook toekomst voor de aarde.  Ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt. En het bederf, het zuchten, het lijden van die goede schepping: het  zijn barensweeën: verschrikkelijk pijnlijk, maar niet zinloos: wat eruit voortkomt, is een nieuwe geboorte, een prachtig wonder.
Als Jezus naar de wereld komt als Redder, - het is Advent -  dan is dat kennelijk niet alleen om mensen, zielen te redden, dan is dat om zijn hele schepping te bevrijden, verlossen, redden.

Als gemeente van Jezus Christus mogen we in deze periode bidden voor Gods schepselen; ook dat ze achter de glitter van de bomen en de ballen zich zullen krijgen op de werkelijke betekenis van Kerst. Maar we mogen ook bidden voor Kopenhagen, én ons (milieu-)steentje bijdragen; misschien wel méér dan een steentje, méér dan het gewone. Omdat we weten dat het om Gods goede, ja Zijn zeer goede schepping gaat; omdat we niet (moeten) willen dat Hij straks onze rommel moet wegbranden. 

Meditatie in het kerkblad Hervormd Dordrecht, nr. 23, 4 december 2009














Geen opmerkingen:

Een reactie posten