En toen hij niet te overreden was, hielden wij ons stil en zeiden: De wil des Heren geschiede
Handelingen 21:14
Bij gesprekken over het lijden, of over
het Onze Vader, blijkt dat veel christenen het gebed ‘Uw wil geschiede’ nogal
fatalistisch, nogal ‘lijdelijk’ opvatten: het gaat erom dat je zover komt dat
je je neerlegt bij het leed wat je overkomt, want het is de wil van God. Dat
moet het wel zijn, anders was het niet gebeurd.
Maar via engelse vertalingen (en straks
ook via de NBV, en al eerder via de uitlig in de Heidelbergse catechismus,
antw. 124) ontdekken we wat het gebed bedoelt: Thy will be done: laat (op aarde) uw wil worden gedaan (zoals dat
ook in de hemel het geval is).
In Handelingen 21 komen de reisgenoten
van Paulus (waaronder Lucas) en gemeenteleden uit Caesarea tot de bovengenoemde
uitspraak na een discussie met Paulus. Aan het einde van zijn 3e
zendingsreis koerst die namelijk rechtstreeks op Jeruzalem aan. Langs
verschillende kanalen is hij al op de hoogte gebracht van hetgeen hem daar te
wachten staat: verdrukking, boeien, lijden. De Geest heeft hem rechtstreeks op
de hoogte gebracht (20:23), maar ook mensen met de gave van profetie hebben het
hem gezegd. In Tyrus gebeurt dat door ‘discipelen’, die kennelijk de
profetische boodschap die de Heilige Geest hen doorgaf (in Jeruzalem staat
Paulus lijden te wachten), aanvullen met, of vervangen door hun eigen
conclusie: niet gaan! (21:4). In Caesarea komt er nog een echte profeet uit
Jeruzalem, Agabus, en hij geeft niet
alleen zijn boodschap door, maar – net als veel oudtestamentische profeten –
illustreert hij dat met een symbolische handeling: hij bindt zijn handen en
voeten vast met de gordel van Paulus. En namens God (dit zegt de Heilige Geest,
vergelijk het ‘Zo spreekt de HERE’ van de profeten in het Oude Testamant) geeft
Agabus dan zijn boodschap door: zo zal de eigenaar van de gordel in Jeruzalem
worden gebonden (21:11).
Opnieuw laait dan de discussie over de
toepassing op. Als je weet dat je lijden te wachten staat in Jeruzalem, moet je
er dan niet heengaan of juist wel. Van vele kanten is de conclusie: niet gaan!
Maar Paulus maakt een andere afweging. In de woorden van Okke Jager:
“Paulus heeft eerst naast elkaar geschreven:
“Paulus heeft eerst naast elkaar geschreven:
Jezus en in Caesarea blijven.
Jezus en naar Jeruzalem gaan.
Toen ging hij kijken: waar rijmt het en
waar rammelt het? Dan kun je zeggen: Jezus en naar Jeruzalem gaan, dat rijmt op
elkaar, want we zien Jezus ook voortdurend ook onderweg naar Jeruzalem. De
dienaar is niet meer dan zijn Heer, die gezegd heeft: ‘Zij hebben mij vervolgd,
ze zullen ook jou vervolgen’. Dat gaf voor Paulus de doorslag. In overgave aan
Christus ging Hij de onderste weg.”
Tegenover de oudsten uit de gemeente in
Efeze had Paulus zich in deze zin uitgelaten: En zie, nu reis ik, gebonden door de Geest, naar Jeruzalem, niet wetende
wat mij daar overkomen zal, behalve dat de Heilige Geest mij van stad tot stad
betuigt en zegt, dat mij boeien en verdrukkingen te wachten staan. Maar ik tel
mijn leven niet en acht het niet kostbaar voor mijzelf, als ik slechts mijn
loopbaan mag ten einde brengen en de bediening, die ik van de Here Jezus
ontvangen heb om het evangelie der genade Gods te betuigen. (Hand. 20:22-24).
In Caesarea herhaalt hij dan nog eens: Want ik voor mij ben bereid, niet alleen
gebonden te worden, maar ook te sterven te Jeruzalem voor de naam van de Here
Jezus. (21:13).
Als de
gesprekspartners van Paulus merken dat hij niet te overreden is, houden ze zich
stil: De wil des Heren geschiede; de wil van God worde gedaan. Zij, én Paulus,
vallen daarin Jezus bij. In zijn eerste boek heeft Lucas beschreven hoe Hij in
de hof van Gethsémane worstelde met God: Vader, indien Gij wilt, neem deze
beker van Mij weg; doch niet mijn wil, maar de uwe geschiede! (Lucas 22:42). In
navolging van Hem zegt Paulus Hem dat na, neemt Hij zijn kruis op om Jezus te
volgen.
Dat kruis is níét het kruis uit: ieder huisje heeft z’n
kruisje. In die uitdrukking gaat het lijden dat je overkomt; je hebt geen keus.
Maar het kruis van Christus, van de navolging, kún je ook laten liggen. Je moet
het echt op je nemen, daarvoor kiezen, omdat je Jezus wilt volgen. Of niet,
natuurlijk, omdat het te zwaar is, te lastig, omdat het te veel kost.
Wie bidt: Uw wil geschiede, doet dat in het verlangen
dat datgene zal worden gedaan (ook aan en met en door hem- of haarzelf)
waardoor Gods Koninkrijk wordt gebouwd; het gebed staat niet voor niets vlak
achter Uw Koninkrijk kome. Dat
Koninkrijk krijgt gestalte als op deze aarde de wil van God wordt gedaan, zoals
het in de hemel al volkomen gestalte gekregen heeft omdat daar Gods wil
‘heilig’ is, Gods wil wet is. Jezus verlangde daarnaar; daarom kwam Hij naar de
wereld, daarvoor stierf Hij aan het kruis, daarvoor overwon Hij de dood.
Paulus, en na een uitvoerige discussie ook zijn gesprekspartners, deelden zijn
verlangen en nemen het gebed over: de wil des Heren geschiede.
Nu wij nog!
Meditatie in het kerkblad Hervormd Dordrecht, nr. 21 2004
Geen opmerkingen:
Een reactie posten