De uitdrukking hierboven hoorde ik voor het eerst in
Hilversum. De afgelopen 12 jaar genoot ik namelijk het voorrecht een paar keer
per jaar een halve zaterdag in die stad door te mogen brengen als onderdeel van
de Ledenraad van één onzer publieke omroeporganisaties. Samen met een 70-tal anderen, uit alle hoeken
van het land én kerkelijk Nederland, hoorde ik wat er speelde achter de
schermen van die omroep en vonden we daar met elkaar wat van.
Ik heb in die jaren een mateloze bewondering gekregen voor
de mensen die die – christelijke – omroep ‘runnen’.Want zij moeten niet alleen
snel schakelen, ze kunnen en doen het ook. Ze moeten rekening houden met de besluiten
van opeenvolgende regeringen, met de wensen van de netcoördinator, met de
kijkcijfers die hoog genoeg moeten zijn, maar ook nog met de leden van de
omroep. En, last maar beslist ‘not least’: met de echte Opdrachtgever, en met
de Grote Opdracht die Hij gaf: om het goede nieuws van Zijn Koninkrijk uit te
dragen onder alle volkeren, in alle culturen. Dus ook in alle Nederlandse
‘subculturen’. Dat vraagt om mensen die snel kunnen schakelen.
Natuurlijk was er ook kritiek. Soms terecht, soms heel erg
terecht, soms ook helemaal niet. Zo kwamen er brieven van leden die maar niet konden onthouden dat de
omroep er ooit gekomen was met een ‘Woord voor de wereld’; zij wilden vooral hun christelijke muziek en stichtelijke woorden in hun
taal op hun tijdstip. Daarvoor ben je
per slot van rekening lid, nietwaar? (Soms bleek uit onderzoeken dan ook nog
dat die leden , op het moment dat die muziek en woorden dan werden uitgezonden, massaal naar Boer zoekt vrouw zaten te kijken.) Bij
velen van hen wilde het ook maar niet doordringen dat de situatie in omroepland
niet meer dezelfde is als in de beginjaren van de omroep, toen die alle
vrijheid had de toegewezen avond naar eigen believen in te vullen en er dus op
primetime rustig een bijbelstudie van Henk Binnedijk uitgezonden kon worden.
Maar het lastigst vond ik de kritiek van BCN-ers, zoals mijn
dochter ze noemt, bekende christelijke Nederlanders: mannenbroeders die hun Waarheidsvrienden, Zoeklichten en andere
christelijke periodieken volschrijven met hele goede, waardevolle artikelen en bijbelstudies of hun gospelmuziek
onophoudelijk lieten klinken via een zwaar gesponsord radiostation. Meestal niks
mis mee, maar het is wel allemaal ‘preken voor eigen parochie’. En dan is het
een beetje makkelijk om de mensen die echt
tot aan hun knieën in de Hilversumse klei staan te verwijten dat ze weer bijna of
helemaal over het randje gingen in hun streven dichtbij mensen te komen, de
joden een jood en de grieken een griek te zijn, de ‘gemaksgeoriënteerden’ een gemaksgeoriënteerden
en de postmoderne hedonisten een postmoderne hedonist (voor wie dit geheimtaal
is: zie 1 Kor. 9:20 en 21 en http://www.pkn.nl/missionair/werk/missionaire-ronde/Paginas/Motivaction.aspx
).
In de kerk hoeft schakelen niet zo snel. Maar het zou niet
verkeerd zijn als die kerk ook iets zou willen leren van de omroep. Om niet
alleen te ‘schakelen’ als ze daar door
leegloop en geldgebrek toe gedwongen wordt, maar ook als ze zichzelf onderzoekt
en tot de conclusie komt dat ze niet meer dezelfde prioriteiten heeft als haar
Heer.
Jezus geeft in de Bergrede aan dat het op twee manier mis kan
gaan met de boodschap van Zijn Koninkrijk:
als Zijn volgelingen zouteloos,
en dus ‘waardeloos’ worden én als ze wel een helder licht verspreiden, maar op een
plaats waar dat weinig vruchtbaar is; onder de korenmaat. Wie beide valkuilen
wil voorkomen, moet goed sturen en op z’n minst op tijd schakelen.
Geplaatst in Kerk op Dordt jaargang 4, nummer 8 d.d. 12 april 2013, p. 32
Geen opmerkingen:
Een reactie posten