woensdag 14 augustus 2013

Bidden - helpt dat


 
Nu weet ik zeker dat de Heer zijn engel heeft gezonden om me uit de handen van Herodes te bevrijden …..  (Handelingen 12:11)



Nee, bidden helpt niet. Dat was de conclusie van een groot wetenschappelijk Amerikaans onderzoek waarvan de resultaten in het voorjaar van 2006 werden gepubliceerd. Voor het onderzoek had men 1.800 hartpatiënten, die een bypassoperatie moesten ondergaan, willekeurig verdeeld in drie groepen. Van de eerste groep van 600 had men de namen doorgegeven aan gebedsgroepen en dit ook aan de betrokkenen verteld. Van de tweede groep had men de namen ook doorgegeven, maar zonder dit te melden. De derde groep  tenslotte, kreeg weer wel te horen dat er voor hen gebeden zou worden, maar de namen van deze patiënten waren niet doorgespeeld aan de gebedsgroepen. En wat bleek?  Bij de groep waarvoor gebeden werd zonder dat men het wist, waren geen effecten merkbaar. De patiënten waarvoor wel werd gebeden of die dachten dat er voor hen werd gebeden, kregen 14% meer complicaties, vooral hartritmestoornissen. Conclusie dus duidelijk: bidden helpt niet.



Jazeker; bidden helpt. Wat Jezus beloofde, is echt waar: bidt en u zal gegeven worden. Dat wordt zichtbaar in het prachtige verhaal waar bovenstaande tekst uit komt (zie Handelingen 12:1-17). De apostel Jakobus is geëxecuteerd (aan het eind van het hoofdstuk gaat het over een andere Jakobus, de broer van Jezus en leider van de gemeente in Jeruzalem) en Petrus loopt grote kans de volgende dag hetzelfde lot te ondergaan. Nochtans ligt hij ’s nachts rustig te slapen; nota bene vastgeketend aan twee soldaten met wie hij ook nog zijn cel moest delen. Het geheim van die rust, die ‘vrede die alle verstand te boven gaat’, is de gemeente van Jezus Christus. Omdat het lid (de ledemaat, het lichaamsdeel)  Petrus lijdt, lijdt het hele lichaam mee. En bij dat mede-lijden blijft het niet bij het noemen van de naam bij het bidden voor het slapen gaan of in de wekelijkse eredienst; nee, de gemeente (een groot gezelschap, vers 12)  is ’s nachts wakker en bidt ‘vol vuur’.

De eerste vrucht is de rust; het feit dat Petrus kan slapen. Méér heeft de gemeente kennelijk ook niet verwacht; anders was er niet zoveel verbazing en ongeloof geweest toen Petrus ineens voor de deur stond. God verhoort kennelijk ‘boven bidden en denken’; Hij stuurt een engel en vier bewakers, een dikke deur en hand- en voetboeien kunnen dan niet meer verhinderen dat Petrus onbekommerd naar buiten wandelt.



Bidden helpt. Geloofsgevangenen getuigen ervan. Ze vertellen hoe ze in de meest donkere uren van hun gevangenschap hebben ervaren, gemerkt, dat er elders op de wereld voor hen werd gebeden. In de kou en de eenzaamheid van de nacht, als het lijden het zwaarst was, veranderden meestal niet de omstandigheden – er kwam in hun geval niet een  engel van God, in ieder geval niet op dezelfde manier als bij Petrus  – maar ze ontvingen uitzicht,  vreugde, vrede; de vrede die alle verstand te boven gaat.



Maar wat was er dan mis met het Amerikaanse onderzoek. Het had een hoog wetenschappelijk gehalte; 1.800 proefpersonen is niet niks, en we mogen ervan uitgaan dat het ook verder keurig volgens de regels is uitgevoerd.

Het probleem is niet de ‘wetenschappelijkheid’, maar het object van onderzoek. Gebed kan geen voorwerp van wetenschappelijk empirisch onderzoek zijn, omdat God zelf dat niet kan zijn (C.S. Lewis). Of, om het anders te zeggen; “Niet het gebed van christelijke gebedsgroepen die hun gebedskracht tot voorwerp van wetenschappelijk onderzoek laten maken, vermag veel, maar dat van een rechtvaardige.”
Ook op de vraag op welke wijze God dan verhoort, leent zich niet voor wetenschappelijk onderzoek. Waarom werd Petrus bevrijd en Johannes de Doper, Stefanus en de apostel Jakobus niet. Waarom genezen sommige mensen als er voor hen gebeden wordt en anderen – ook heel gelovig – niet. Soms licht de bijbel een tipje van de sluier op (opdat ik mij niet te zeer zou verheffen, zegt Paulus als het gaat over de vraag waarom hij verder moet met de doorn in zijn vlees, 2 Kor. 12); vaak ook niet. Maar er gebeurt altijd wat. Als Jezus die bekende woorden spreekt over gebedsverhoring (Bidt en u zal gegeven worden enz.), dan eindigt hij met de belofte dat de Vader altijd het goede geeft aan wie hem daarom bidden (Mt. 7:11); dat kan iets anders zijn dan wij op ons verlanglijstje hadden staan. In de paralleltekst in Lucas (11:13) wordt dan nader ingevuld: de Vader zal altijd de Heilige Geest geven aan wie Hem erom vragen. Ook als de Vader ons niet kan geven wat we zo graag wilden, dan nog geeft Hij het allerbelangrijkste en kostbaarste: Zichzelf. Bidden helpt!


Meditatie in het kerkblad Hervormd Dordrecht, nr. 21/2007 d.d. 2 november 2007

Geen opmerkingen:

Een reactie posten