vrijdag 4 december 2020

Geef de straat terug aan de fietser



De Fietsersbond vraagt, zeer terecht, om de straat terug te geven aan de fietser (ND 30/11). Daarom lijkt het me goed als de bond, behalve gesprekspartner van de overheden, voorlopig ook een actiegroep blijft. 

Maar met fietsen in de bebouwde kom, en soms ook daarbuiten, is nog wel wat meer aan de hand. Dat weet de Fietsersbond natuurlijk veel beter dan ik, maar misschien niet iedere ND-lezer. Vandaar deze reactie.


Ik vraag me bijvoorbeeld al langere tijd af waarom zo ontzettend veel (en steeds meer) fietsers gebruik maken van een stukje weg dat nadrukkelijk niet voor hen bedoeld is, het trottoir. Vermoedelijk is voor velen van hen vooral gemakzucht de reden, en zijn deze weggebruikers  er inmiddels zo aan gewend dat ze er helemaal niet meer bij nadenken. Landgenoten die ‘van buiten’ komen zien het wellicht zo vaak gebeuren dat ze ervan uitgaan dat het zo hoort, in ieder geval toegestaan is. 

Maar er zijn ongetwijfeld ook veel mensen die het doen omdat ze de rijweg, en daarmee ook de fietsstrook, niet veilig achten. Zodoende kun je op het trottoir eerzame ouders met een kind voor- en/of achterop, en nog één of twee twee zelfstandig fietsende  basisscholieren ernaast, tegenkomen. 

Voor handhavers hoeven ‘stoepfietsers’ in ieder geval niet bang te zijn. Een ambtenaar heeft me ooit uitgelegd waarom dat is: zeker vóór de coronatijd waren boa’s vooral bezig parkeerbonnen uit te schrijven; de opbrengst daarvan mogen de gemeenten namelijk zelf houden, terwijl betalingen voor andere boetes  bij Rutte en Hoekstra terecht komen.  

Ik denk dat het ook hoog tijd wordt duidelijk af te spreken voor wie het fietspad nu eigenlijk is, zeker nu er steeds meer soorten voertuigen en voertuigjes (elektrische stepjes bijvoorbeeld) op de weg komen. Het lijkt me geen probleem om de opvolger van de Stint (max. snelheid 17 km.per uur, dus vergelijkbaar met een doorsnee fietser) daar toe te laten, maar het fietspad moet dan wel een stuk breder worden dan het nu vaak veelal is. Verbrandingsmotoren horen er natuurlijk so wie so niet; dus bromfietsen - die er meestal niet mogen komen - en zo genoemde snorfietsen - die er wel mogen komen, maar bijna altijd veel harder kunnen rijden, en dat ook daadwerkelijk doen - geweerd gaan worden 

Terecht wordt ook gevraagd om de maximumsnelheid voor auto’s op 30 km. per uur te stellen; dat lijkt me in ieder geval nodig op alle wegen zonder vrijliggend fietspad.En dan niet alleen in de stad, maar ook in alle bebouwde kommen daarbuiten.  

Ruimte voor de fiets vraagt een omslag van denken en doen, én waarschijnlijk ook (veel) tijd en geld. Maar een forse eerste stap zetten kan soms snel en goedkoop; dat bewees Parijs in september j.l. Daar werd in enkele dagen 50 kilometer fietspad gecreëerd. Met een paar potten gele verf (ND 16/9)! En in de stad een aantal straten tot fietsroute promoveren - ‘auto te gast’ - hoeft ook niet veel te kosten. 


Gepubliceerd in het Nederlands Dagblad van 8 december 2020, pp. 12 en 13.