Posts tonen met het label Bijbel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Bijbel. Alle posts tonen

dinsdag 5 september 2023

Gedenk de sabbat …..

In de zomer van 2023 hield Groenekerken een groenepreek-westrijd . Hieronder mijn inzending. Zie hier voor de winnaars en hun preken.  



Schriftlezingen

    • Leviticus 25 : 1 - 7
    • Romeinen 8 : 18 - 24a


Sabbatdag en sabbatsjaar

Lang geleden vertelde een oude(re) mevrouw dat het niet veel had gescheeld of ze had niet gedoopt mogen worden. De reden: ze kondigde haar komst aan op zondagmorgen, en haar vader was toen op de fiets gesprongen om de vroedvrouw te waarschuwen, dwars tegen het kerkvolk in! De kerkenraad vroeg zich af of zo iemand zijn kind wel ten doop mocht houden. 

De tentoonstelling Bij ons in de Biblebelt in het Catharijneconvent in 2019 liet o.a. horen hoe een gezin op zondagavond tegen middernacht gepakt en gezakt in de auto klaar zat om op vakantie te gaan. Maar die  auto werd pas gestart om 00.00 uur en nul seconden.

Want de sabbatdag - de zondag: dat was echt iets; zeker voor Nederlandse christenen. Er mocht van alles niet, en wat wel mocht, dat moest! 


Maar in het boek Deuteronomium én in de Heidelbergse catechismus worden de 10 geboden ook breder getrokken. Soms nogal selectief: de catechismus noemt bijvoorbeeld bij de uitleg van het gebod om niet te doden of moorden óók de opdracht niemand te onteren, haten of kwetsen, en om mijzelf niet te kort te doen of moedwillig in gevaar te brengen. En het gebod om mijn ouders te eren impliceert ook “allen, die boven mijn gesteld zijn, alle eer, liefde en trouw bewijzen.” 

Maar bij het gebod om niet te stelen wordt niet het verbod om rente te vragen genoemd, zoals Deuteronomium wel doet. En bij de uitwerking over het sabbatsgebod lees ik in de catechismus niets over het sabbats- en jubeljaar. 


Het sabbats- en jubeljaar

Zoals de zevende dag een speciale betekenis had voor en in Israël, zo had het zevende jaar dat ook. In dat jaar mocht het land niet worden ingezaaid. En wat toch opkwam mocht de boer niet binnenhalen, maar iedere passant mocht ervan plukken en eten. Het land moest “rust krijgen, een sabbatsrust gewijd aan de HEER” (Lev. 25:2). 

Daarnaast waren er ook andere bepalingen (in andere delen van de thora, Ex. 21 en Deut. 15): volksgenoten die verarmd waren en zodoende tot slaaf waren gemaakt, moesten in dat sabbatsjaar worden vrijgelaten, en schulden worden kwijtgescholden. En dat was nog niet alles: na 7 sabbatsjaren, dus in het 49e of 50e jaar, brak er een jubeljaar aan (lees verder in Lev. 25). In dat jaar, genoemd naar de ramshoorn die dan werd geblazen, moest het land opnieuw worden verdeeld. Een beetje zoals met monopoly: wie alles was kwijtgeraakt en met schulden eindigde - soms als slaaf -, én wie in die 50 jaar zijn grondgebied steeds had kunnen uitbreiden; ze begonnen allebei weer met eenzelfde bezit. 


Rust voor het land

Maar we concentreren ons vandaag even op de rust voor het land. God had na zes scheppingsdagen gerust van zijn werk, en de Israëlieten moesten dat ook, met alles en iedereen in huis; niet alleen vrouw en kinderen, maar ook de slaven en slavinnen, de vreemdelingen én het vee. Maar je personeel kun je vrij geven op sabbat, je os en ezel dan niet voor de ploeg spannen, maar voor het land is dat lastiger. Daarom is het daarvoor niet één op de zeven dagen sabbat, maar een in de zeven jaar. Niet zaaien, zodat het land er ook niet voor hoeft te zorgen dat er na verloop van tijd geoogst kon worden. En wat het land beliefde toch voort te brengen dus met alles en iedereen delen.

God neemt dit gebod uiterst serieus. Kennelijk is er behoorlijk mee gesjoemeld, vond met ook in Israel dat dat ‘niet haalbaar’ was, niet economisch verantwoord. Maar de Schepper van het land denkt daar anders over. En als het volk het land geen sabbatsrust gunt, dan moet dat het land maar uit, in ballingschap. “Zeventig jaar bleef het land braak liggen en had het rust, totdat alle niet in acht genomen sabbatsjaren vergoed waren,” lezen we in II Kronieken 36 : 19 (de allerlaatste verzen in de Tenach, de joodse bijbel). Dus niet alleen afgoderij, kinderoffers, waarzeggerij - al die dingen die worden aangeduid als ‘gruwelen’ - maar ook het feit dat het land nog 70 jaar vakantie tegoed had, speelden een rol als het volk in ballingschap moet. 


De belofte: zegen

In Deut. 15 gaat het ook over het sabbatsjaar; daar vooral over over de kwijtschelding van schulden. Aan het houden van die bepaling is een belofte verbonden: 

Overigens zal niemand van u in armoede leven, zozeer zal de HEER u zegenen in het land dat hij u in bezit zal geven, tenminste, als u hem gehoorzaamt en de geboden die ik u vandaag voorhoud zorgvuldig naleeft; dan zal de HEER, uw God, u zeker zegenen, zoals hij beloofd heeft. U zult aan veel volken leningen verstrekken, maar zelf hoeft u niet te lenen (Deut. 15:4-6a)

Met andere woorden: wees niet bang voor armoede; ook niet, of juist niet als je geld uitleent en kwijtscheldt. Het volk kan God vertrouwen als Hij belooft dat het volk niks tekort zal komen als het zijn geboden naleeft. Dus ook niet als het volk de opdracht krijgt het land na zes jaar een jaar braak te laten liggen liggen; ook dan is er de belofte van zegen: 

    ... en mochten jullie je afvragen waarvan je het zevende jaar moet leven als je niet mag zaaien en oogsten, bedenk dat dat ik jullie het zesde jaar zal zegenen met een oogst die door drie jaar toereikend is. (Leviticus 25:20, 21)


De schepping, de aarde inde bijbel

De aarde behoort tot Gods goede, zéér goede schepping; de aarde is ook van God, met al wat erin is (Psalm 24:1) Maar de mens krijgt die in bruikleen, om die te bewerken én erover te waken, die te bewaren. Maar dan valt de mens - in zonde. En in die val neemt hij de schepping mee: kinderen baren wordt een zware last, de man moet zwoegen voor zijn eten, en van de akker geldt dat die is vervloekt, en doorns en distels zal voortbrengen “om wat jij - man/mens - hebt gedaan” (Gen 3:17, 18)

En toch worden er daarna nog volop en luidkeels lofliederen op de schepping gezongen; kijk het psalmboek maar door. Na de hele bekende Psalm 103, een loflied op een liefdevol en genadig God die vergeeft, geneest, zich ontfermt, volgt 104. Die psalm begint met precies dezelfde woorden als 103 - Prijs de HEER, mijn ziel -, is anderhalf keer zo lang en gaat helemaal over de glans, de glorie, de luister van de schepping. 

Paulus is daar in Romeinen 8 veel somberder over: hij refereert aan Genesis 3, aan de val van de mens waarin hij de schepping heeft meegesleurd. De aarde is ten prooi aan zinloosheid, ze is slaaf van de vergankelijkheid. Ze zucht als in barensweeën”, ze lijdt. Maar: er is hoop! (Rom. 8:21, slot). Die zit al in het woord barensweeën: het is niet een uitzichtloos lijden, het is de weg naar een geboorte, een nieuw leven. Net zoals bij de val de schepping werd meegenomen, is dat ook het geval bij de verlossing. “De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat de luister van Gods kinderen openbaar wordt” (19), omdat dan ook ook zijzelf dan zal worden bevrijd en “zal delen in de vrijheid en de luister die Gods kinderen geschonken wordt” (21). 


Gedenk de sabbat

De invulling van de zondag is heel erg veranderd, de laatste decennia; buiten de kerk, maar ook erin. Soms omdat christenen wat meer gingen verstaan van het doel: dat we die als een dag van vreugde - van ‘verlustiging, in oudere vertalingen - zouden zien en vieren (Jes. 58:13). Dat de sabbat er is voor de mens, en niet andersom (Markus 2:27). En dat de opdracht om te rusten een uiterst heilzaam gebod is, niet bedoeld om ons leven in te perken. 

Maar de verandering is er helaas soms ook door de druk van de omgeving, die ons leert dat het allemaal nodig is om 24/7 door te gaan met produceren en consumeren, omdat anders onze welvaart in gevaar komt. 

Ondertussen ondervinden we wereldwijd de gevolgen daarvan. Mensen die overbelast raken door alle ballen die ze in de lucht moeten houden. Maar ook een aardbol die piept een knarst, die zucht en lijdt onder de uitbuiting door de mens. Een aardbol die voldoende voortbrengt voor wat we nodig hebben, maar niet voor al onze ‘behoeften’. En daarom is het van belang steeds na te denken over de manier waarop we ons eigen leven invullen, hoe we omgaan met onze naaste én met de goede schepping: krijgen die ook die de rust die ze nodig hebben en waar zij recht op heeft. Of hebben we zoveel nodig van wat die aarde op moet hoesten - aan voedsel, kleding, brandstof, metalen voor onze smartphones - dat die haar sabbatsjaar wordt onthouden. Voor Israel betekende dat ballingschap; misschien zet God ons op een andere manier stil!


Maar moet het wel?

Maar moeten we als nieuwtestamentische gemeente eigenlijk nog iets wel met een sabbatsjaar? Ik kwam - met een verwijzing de Hebreeënbrief - de opvatting tegen dat het sabbatsjaar en het jubeljaar symbolisch spreken “van het toekomstige vrederijk van de Heer Jezus Christus”. Net als de offerdienst en het priesterschap zijn ze onvolmaakt, is het een voorafschaduwing (Hebr. 10:1): “Er wacht het volk van God dus nog steeds een sabbatsrust” (Hebr. 4:9).

In die opvatting was het sabbatsjaar vroeger wel van betekenis, is het ook een hoopgevend perspectief voor straks, als Jezus terugkomt, maar - anders dan de sabbatdag - niet iets voor het nu. 

Een Amerikaanse christen gaat nog een stapje verder: “ik doe niet aan afvalscheiding, want hoe eerder deze oude aarde ‘op’ is, des te eerder komt er een nieuwe”. 


De PvdD voerde tijdens de laatste verkiezingscampagne aan dat we ‘geen planeet B’ hebben’ en daarom er alles aan moeten doen om deze te redden. Christenen weten wél van een nieuwe hemel én een nieuwe aarde. Dus heeft die Amerikaan dan gelijk?

Misschien wel als je de nieuwe aarde ziet als vervanging van de huidige, die te zijner tijd bij het grofvuil kan. Maar Romeinen 8 wijst daar niet op: de schepping zal worden bevrijd, niet vervangen. Petrus trekt een lijn tussen de ‘toenmalige wereld’ die verging bij de zondvloed, en de onze die wordt prijsgegeven aan het vuur (II Petrus 3:5-7). Maar zoals de aarde uit Genesis 1 weer onder het water van de vloed vandaan kwam,  maar dan gezuiverd van het kwaad en kwade mensen, zo mogen en moeten we, denk ik, ook het vergaan door het vuur verstaan: het gaat om loutering, zoals vuur goud zuivert van onzuivere bestanddelen en allen het pure goud overlaat. 

En zoals we als christenen niet zeggen: ik rook en drink en blow en vreet alles bij elkaar, want hoe eerder mijn lichaam op is, des te eerder krijg ik een nieuw, maar het - als het goed is - beschouwen en behandelen als een tempel van de heilige Geest (1 Kor. 3:19), zo bebouwen we niet alleen deze aarde, maar bewaren we die ook. En daarom geven we haar ook de rust die haar toekomt. 


Gedenk de sabbat 

Voor je eigen welzijn. 

Voor dat van je naaste: de werknemer van de webshop en de pakketbezorger, door niet te verlangen dat je bestelling strikt binnen 24 uur wordt afgeleverd. 

Door de mensen die je voedsel verbouwen en je kleding maken genoeg te betalen, zodat zij niet zeven lange dagen per week lange dagen hoeven te werken voor een leefbaar loon. 

En voor de aarde, zodat die niet verder opwarmt en vervuilt door wat jij en ik verlangen dat zij ons geeft.

Amen. 







vrijdag 12 mei 2023

Eerst dit


 Mijn vrouw en ik maken al een aantal jaren dankbaar gebruik van Eerst dit, "de bijbelpodcast van de EO, IZB, en NPO Radio 5 die je elke werkdag helpt ontdekken wat Jezus volgen voor jou betekent.”  Een prima initiatief, wat ons betreft. Maar wel met één uitzondering: het rooster. 

Neem de lezingen vanaf Pasen. Na de paasdagen met het slot van Matteüs éérst twee dagen Psalm 139; niks mis mee. Maar daarna begin het rooster aan een wonderlijke slingerbeweging: steeds één of twee dagen Nehemia, afgewisseld met één dag 1 Korintiërs, vanaf hoofdstuk 5. En dan ook niet het hele bijbelboek; van beide bijbelboeken worden gedeelten weggelaten. Bij sommige van die gedeelten - zoals de 'lijst van teruggekeerde ballingen' in Nehemia 7 - kan ik me nog wel iets voorstellen, maar waarom bij de lezingen uit de Korintebrief gedeelten ontbreken, is mij een raadsel. Ik snap ook dat het niet nodig, en soms ook niet wijs is ieder bijbelboek aan één stuk te laten lezen, maar op deze manier wordt het wel erg hap-snap. Als ik terugzoek in het rooster, zie ik dat in februari al een paar gedeelten uit de eerste hoofdstukken van 1 Korintiërs aan de orde kwamen. Maar in de tussenliggende maanden zijn er lezingen uit Numeri, Spreuken, de Bergrede en Romeinen. 


Dat is allemaal niet voor iedereen een even groot probleem. Mijn vrouw en ik kregen allebei een vrij degelijke christelijke opvoeding, met - zeker in mijn geval - alles erop en eraan: (kinder-)bijbel aan tafel, zondagsschool, een lagere school waar nog bijbelverhalen werden verteld, catechisatie, jeugdclub enz. Dan lukt het meestal wel een bijbels figuur of een bijbelboek te plaatsen. Zodoende kon ik niet alleen de bijbelboeken al vroeg opdreunen, maar leerde ik ook de namen van de zonen van Jakob, én de Rechters (die toen nog richteren heetten) uit mijn hoofd.  

Maar er zijn ook christenen die het voorrecht van zo'n opvoeding niet hebben. En dan is de vraag hoe die zicht moeten krijgen op het geheel van de Schrift, en hoe zij voorkomen dat ze blijven steken in een aantal 'bemoedigende' bijbelteksten. Want het aanbod daarvan is groot, leerde even googelen mij. Ik las ooit dat Jeremia 29:11 de meest gezochte bijbeltekst is op internet; kennelijk heeft die Johannes 3:16 en Psalm 23 verdrongen van de eerste plaats.  Maar de woorden over Gods plan staat wel in een context; Israel moet het ermee doen tijdens de komende 70 jaren ballingschap, én met een uitdagende roeping: de bloei van de stad zoeken.

Er zijn ook mensen die de zich voornemen de bijbel in een jaar tijd helemaal te lezen. Mooi als dat lukt. Maar ik lees in een artikel over twee van hen óók dat velen "stranden bij de wetten in Leviticus" (ND 13 februari, p. 6). En ik ben bang dat het Eerst dit-rooster ook niet echt helpt om de bijbel toegankelijker te maken. 


Ik heb de afgelopen tijd gepoogd mijn moeite met het Eerst-dit-rooster, maar ook mijn ideeën over een alternatief, onder de aandacht te brengen van de organisaties 'die er over gaan' en van organisaties die voor een alternatief zouden kunnen zorgen. Daarop kreeg ik steeds óf geen reactie, óf een uitermate nietszeggende. Dus misschien is het geen probleem, maak ik dat er zelf van. Maar ik heb de overtuiging dat je met eenzelfde opzet meerdere doelen zou kunnen dienen. Nog steeds, als nu, christenen dagelijks ‘voeden’ door een bijbelgedeelte en een meditatieve toelichting daarop. Maar door de (hele) bijbel méér chronologisch en met meer aansluitende gedeelten te lezen, en zaken af en toe kort toe te lichten zaken kan er ook meer inzicht ontstaan in de geschiedenis van Israel en de vroege kerk. 


In sterk verkorte vorm geplaatst op een opiniepagina in het Nederlands Dagblad van 12 mei 2023 onder de titel Podcast 'Eerst Dit' te hapsnap.

donderdag 2 december 2021

De toekomst is ook niet meer wat ie geweest is


Over de toekomst is het altijd wel gegaan in de kerk; theologen hebben zelfs een naam voor dit onderdeel van hun vakgebied: eschatologie, de leer van de laatste dingen.Maar de kerk zou de kerk niet zijn, en theologen geen theologen, als zij het ook over dit onderwerp niet van harte oneens zouden zijn. Bijvoorbeeld over de vraag of je dan misschien wel niet de dag en het uur van de wederkomst kunt berekenen, maar wel het jaartal. En of een oorlog of hongersnood alleen het gevolg is menselijk falen, van de zonde, of ook van een signaal van God om extra waakzaam te zijn.

Wellicht las u in de jaren 70 ook de bestsellers van Hal Lindsay, en/of zag u een ontzettend spannende film waarin ineens allerlei mensen van de aardbodem verdwenen waren: de spits van een voetbalelftal, die net op het punt stond te scoren, de bijrijder - gelukkig niet de chauffeur - in een auto: ineens ‘opgenomen’, zoals Jezus al aankondigde in Mt. 24: 40, 41 en Paulus in 1 Th. 4:13 - 18 (zoek op Left behind). In dit ‘scenario’ worden de ware gelovigen thuisgehaald vóór de grote verdrukking van zeven jaar aanvangt. Na die zeven jaar komt dan het  1000-jarige Vrederijk, en aan het einde daarvan de laatste opstand van de duivel, het laatste oordeel en het sluitstuk: de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. 

Mocht u zich er in willen verdiepen: materiaal genoeg op internet en in de (antiquarische) boekhandel. Ook met weerleggingen van  bovengenoemd eindtijdscenario; de vrijgemaakte dominee Tj. Boersma schreef een boek met de veelzeggende titel De bijbel is geen puzzelboek.  


Maar de toekomst is ook niet meer wat ie geweest is; die kreeg de afgelopen (corona-)tijd een nieuwe impuls doordat christenen - niet in het minst christenen die altijd veel nadruk legden op de opdracht om niet wereldgelijkvormig te worden - de wederkomst koppelden aan populaire seculiere complottheorieën. 

Bekend werd de afgelopen weken vooral die over de Great Reset. Dat is een geesteskind van het World Economie Forum om na de coronapandemie de wereldeconomie duurzaam opnieuw op te bouwen; build back better (opnieuw opbouwen, maar dan beter) is het motto. Dat lijkt me een goed idee: wat minder rijkdom voor de rijken, wat meer te besteden voor de armen van de wereld. Maar complotdenkers zien hier een poging van ‘de elite’ om alle macht naar zich toe te trekken ten koste van nationale soevereiniteit, democratie en privacy van de burger. 

Beatrice de Graaf noemt als kenmerk van complottheorieën dat ze “heel erg plakkerig” zijn. En dat bleek de afgelopen weken toen een gerespecteerd, orthodox PKN-predikant, Paul Visser, in een preek over Openbaring 13 de woorden uit dat hoofdstuk verbond met de Great Reset. Een preek die inmiddels een half miljoen  keer beluisterd schijnt te zijn. Overigens ook een preek waarover Visser recent spijt heeft betuigd (“ik besteedde te uitgebreid aandacht aan allerlei speculatieve theorieën, met een soms onzorgvuldige woordkeus”) maar die omarmd is door complotdenkers als  Thierry Baudet en ‘topmodel’ Doutzen Kroes. 

(Een luistertip met informatie én duiding over dit onderwerp door Beatrice de Graaf en Stefan Paas: De ongelooflijke Poscast #68.)


Maar wat moet je hier nu mee als huis-, tuin- en keukengelovige? In ieder geval ook op dit gebied niet wereldgelijkvormig, niet plakkerig  worden. En blijven nadenken over wat ons geopenbaard is over de toekomst. Maar niet allen over de vraag hoe en wanneer het allemaal gaat gebeuren, maar vooral over wat ons te dóén staat. Daarmee eindigt Jezus zijn lange antwoord (in Mt. 24 en 25) als Hem gevraagd wordt naar de toekomst: de hongerigen voeden, dorstigen laven, vreemdelingen huisvesten, naakten kleden en zieken en gevangenen bezoeken. 


zaterdag 29 februari 2020

Lees- en preekroosters

Veel christenen lezen de bijbel volgens een rooster. Soms wordt hen dat aangereikt via een dagboekje, waardoor er ook een toelichting en/of toepassing beschikbaar is. Maar er zijn ook ‘kale’ roosters. Het bekendste is het Bijbelleesrooster van het Nederlands Bijbelgenootschap (o.a. gebruikt door de podcast Eerst dit) en het Rooster van lezingen bij het dagelijks gebed (o.a. opgenomen in Dienstboek, een proeve,  en 1 op 1 overgenomen in Bid, Luister Leef onderweg, maar onder de titel ook makkelijk te vinden op internet); daarin wordt voor drie gebedsmomenten per dag een lezing aangegeven, een uit het Oude Testament, een uit de evangeliën en een uit de rest van het Nieuwe Testament. ‘Het idee is dat je in twee jaar tijd het Nieuwe Testament meerdere malen leest en het Oude Testament in trage vlucht.’
Er zijn ook roosters voor de wekelijkse kerkdienst; die geven aan welke bijbelgedeelten centraal moeten staan in de wekelijkse eredienst. Die worden vaak gebruikt in wat meer ‘liturgische gemeenten’ (hoe ‘liturgischer’, hoe strakker); niet of nauwelijks in reformatorische en evangelische gemeenten. 

Lacunes
Aan het gebruik van zulke bijbellees- en preekroosters zitten onmiskenbaar grote voordelen. Maar er kleven ook nadelen aan. Zo hebben ze de neiging gedeelten over te slaan. Twee voorbeelden: Lezingen bij het dagelijks gebed nam het oudtestamentische rooster over van het Jodendom en slaat daarmee Jesaja 53 over. Voor wie Jezus niet als de beloofde Messias kan zien, is dat te begrijpen, maar waarom christenen het dan ook niet meer tegen zouden mogen komen bij hun dagelijkse bijbellezing, is onbegrijpelijk en onverteerbaar; het gaat nogal ergen over.  Van de eerste Petrusbrief werd 3:1-12 - met daarin ‘vermaningen’ voor de vrouw - kennelijk gewogen en ‘te zwaar’ bevonden. Het NBG-rooster is soms wel erg ‘hap-snap’; wie het in januari volgde, las afwisselend gedeelten uit het begin van Martteüs, het slot van Jesaja, een paar spreuken en een paar Psalmen. 
En ook in het preekrooster selecteert nogal eens; zoals een collega dat ooit uitdrukte: het bevat wel het zoet maar niet het zuur. Een voorbeeld: op de 1e zondag na Epifanie is de lezing Luc 3:15-16 en 21-22; dus wél Johannes de Doper die Jezus aankondigt; ook de reactie van het volk en de duif die op Jezus neerdaalt, maar níét vers 17, over de wan in Jezus’ hand en het kaf dat in het onblusbare vuur wordt verbrand.

Dun bijbeltje
Het gangbare ‘oecumenisch leesrooster’ voor de wekelijkse eredienst (zie o.a. de genoemde Proeve en de  site van de Raad van Kerken) kent een driejarige cyclus. Dat is so-wie-so te kort om de hele bijbel aan de orde te laten komen. Maar in sommige weken - vooral de periode na Kerst - geeft het rooster een aantal weken precies dezelfde lezingen: ieder jaar de besnijdenis, de 12-jarige Jezus in de tempel, de doop van Jezus en de bruiloft in Kana. Ik vermoed dat, naarmate het rooster in een gemeente trouwer wordt gevolgd, de kerkganger een steeds smaller bijbeltje overhoudt. Iedere drie jaar weer dezelfde gedeelten: dan moet er wel veel blijven liggen (zelfs als er van tijd tot tijd alternatieven worden aangedragen).

Een vernieuwd, samenhangend bijbellees- en preekrooster
Daarom in de Maand van de Bijbel een pleidooi voor een vernieuwd, samenhangend lees- en preekrooster. Vernieuwd, omdat niet alles helemaal opnieuw hoeft: grote delen van bestaande roosters kunnen in een nieuw rooster gebruikt worden. Niet het hele wiel hoeft opnieuw uitgevonden te worden.
Maar wel roosters waarin de hele bijbel aan de orde komt. Die zullen dan een langere periode twee of drie jaar moeten bestrijken. 
En ook graag een rooster waarin er een samenhang is tussen wat door de week wordt gelezen en waar het in de preek op zondag over gaat. Ik stel me voor dat door de week een paar hoofdstukken worden gelezen. Iedereen kan er dan zijn eigen dagboek bij schrijven, of podcast van maken. De voorganger leest mee en maakt een preek over de kern van de hoofdstukken.
Vanwege de afnemende bijbelkennis, waarbij velen alleen vertrouwd zijn met losse, vooral erg bemoedigende  teksten (als Jeremia 29:11; momenteel de meest gezochte tekst op internet, begreep ik), zou een chronologische opbouw ook niet verkeerd zijn, zodat er ook aandacht kan zijn voor de context. In de preek kan dan ook nog een stukje catechese verwerkt worden. 
En dan ook nog graag echt ‘oecumenisch’; kerken en voorgangers die niks zien in (de huidige) roosters zou eens gevraagd kunnen worden waarom dat zo is, en zij zouden uitgenodigd kunnen worden te participeren in de totstandkoming van deze vernieuwde roosters. Indertijd, bij het maken van de Nieuwe bijbelvertaling, bleek er ook een brede samenwerking mogelijk van kerken en christenen die behoorlijk ver uitklaar lagen. 

In gewijzigde vorm, onder de titel 'Leesroosters kleden bijbel uit' geplaatst in het nederlands Dagblad van 14 februari 2020