zaterdag 29 februari 2020

Lees- en preekroosters

Veel christenen lezen de bijbel volgens een rooster. Soms wordt hen dat aangereikt via een dagboekje, waardoor er ook een toelichting en/of toepassing beschikbaar is. Maar er zijn ook ‘kale’ roosters. Het bekendste is het Bijbelleesrooster van het Nederlands Bijbelgenootschap (o.a. gebruikt door de podcast Eerst dit) en het Rooster van lezingen bij het dagelijks gebed (o.a. opgenomen in Dienstboek, een proeve,  en 1 op 1 overgenomen in Bid, Luister Leef onderweg, maar onder de titel ook makkelijk te vinden op internet); daarin wordt voor drie gebedsmomenten per dag een lezing aangegeven, een uit het Oude Testament, een uit de evangeliën en een uit de rest van het Nieuwe Testament. ‘Het idee is dat je in twee jaar tijd het Nieuwe Testament meerdere malen leest en het Oude Testament in trage vlucht.’
Er zijn ook roosters voor de wekelijkse kerkdienst; die geven aan welke bijbelgedeelten centraal moeten staan in de wekelijkse eredienst. Die worden vaak gebruikt in wat meer ‘liturgische gemeenten’ (hoe ‘liturgischer’, hoe strakker); niet of nauwelijks in reformatorische en evangelische gemeenten. 

Lacunes
Aan het gebruik van zulke bijbellees- en preekroosters zitten onmiskenbaar grote voordelen. Maar er kleven ook nadelen aan. Zo hebben ze de neiging gedeelten over te slaan. Twee voorbeelden: Lezingen bij het dagelijks gebed nam het oudtestamentische rooster over van het Jodendom en slaat daarmee Jesaja 53 over. Voor wie Jezus niet als de beloofde Messias kan zien, is dat te begrijpen, maar waarom christenen het dan ook niet meer tegen zouden mogen komen bij hun dagelijkse bijbellezing, is onbegrijpelijk en onverteerbaar; het gaat nogal ergen over.  Van de eerste Petrusbrief werd 3:1-12 - met daarin ‘vermaningen’ voor de vrouw - kennelijk gewogen en ‘te zwaar’ bevonden. Het NBG-rooster is soms wel erg ‘hap-snap’; wie het in januari volgde, las afwisselend gedeelten uit het begin van Martteüs, het slot van Jesaja, een paar spreuken en een paar Psalmen. 
En ook in het preekrooster selecteert nogal eens; zoals een collega dat ooit uitdrukte: het bevat wel het zoet maar niet het zuur. Een voorbeeld: op de 1e zondag na Epifanie is de lezing Luc 3:15-16 en 21-22; dus wél Johannes de Doper die Jezus aankondigt; ook de reactie van het volk en de duif die op Jezus neerdaalt, maar níét vers 17, over de wan in Jezus’ hand en het kaf dat in het onblusbare vuur wordt verbrand.

Dun bijbeltje
Het gangbare ‘oecumenisch leesrooster’ voor de wekelijkse eredienst (zie o.a. de genoemde Proeve en de  site van de Raad van Kerken) kent een driejarige cyclus. Dat is so-wie-so te kort om de hele bijbel aan de orde te laten komen. Maar in sommige weken - vooral de periode na Kerst - geeft het rooster een aantal weken precies dezelfde lezingen: ieder jaar de besnijdenis, de 12-jarige Jezus in de tempel, de doop van Jezus en de bruiloft in Kana. Ik vermoed dat, naarmate het rooster in een gemeente trouwer wordt gevolgd, de kerkganger een steeds smaller bijbeltje overhoudt. Iedere drie jaar weer dezelfde gedeelten: dan moet er wel veel blijven liggen (zelfs als er van tijd tot tijd alternatieven worden aangedragen).

Een vernieuwd, samenhangend bijbellees- en preekrooster
Daarom in de Maand van de Bijbel een pleidooi voor een vernieuwd, samenhangend lees- en preekrooster. Vernieuwd, omdat niet alles helemaal opnieuw hoeft: grote delen van bestaande roosters kunnen in een nieuw rooster gebruikt worden. Niet het hele wiel hoeft opnieuw uitgevonden te worden.
Maar wel roosters waarin de hele bijbel aan de orde komt. Die zullen dan een langere periode twee of drie jaar moeten bestrijken. 
En ook graag een rooster waarin er een samenhang is tussen wat door de week wordt gelezen en waar het in de preek op zondag over gaat. Ik stel me voor dat door de week een paar hoofdstukken worden gelezen. Iedereen kan er dan zijn eigen dagboek bij schrijven, of podcast van maken. De voorganger leest mee en maakt een preek over de kern van de hoofdstukken.
Vanwege de afnemende bijbelkennis, waarbij velen alleen vertrouwd zijn met losse, vooral erg bemoedigende  teksten (als Jeremia 29:11; momenteel de meest gezochte tekst op internet, begreep ik), zou een chronologische opbouw ook niet verkeerd zijn, zodat er ook aandacht kan zijn voor de context. In de preek kan dan ook nog een stukje catechese verwerkt worden. 
En dan ook nog graag echt ‘oecumenisch’; kerken en voorgangers die niks zien in (de huidige) roosters zou eens gevraagd kunnen worden waarom dat zo is, en zij zouden uitgenodigd kunnen worden te participeren in de totstandkoming van deze vernieuwde roosters. Indertijd, bij het maken van de Nieuwe bijbelvertaling, bleek er ook een brede samenwerking mogelijk van kerken en christenen die behoorlijk ver uitklaar lagen. 

In gewijzigde vorm, onder de titel 'Leesroosters kleden bijbel uit' geplaatst in het nederlands Dagblad van 14 februari 2020

Geen opmerkingen:

Een reactie posten