maandag 7 september 2020

De Filistijn, de Tyriër, de Moren

                       

Op internet staat een aandoenlijk youtube-filmpje: een zwarte jongen met een Hollandse naam bespeelt in een duidelijk Hollandse woonkamer een Hammondorgel. Als hij de melodie van Psalm 87 speelt, doet hij dat op ‘hele noten’. Onder het filmpje ook een regel uit deze psalm (in de berijming van 1773, vers 3): De Filistijn, de Tyriër, de Moren…. 

Ik vermoed dat deze psalm heel vaak gezongen is in diensten waarin geadopteerde kinderen werden gedoopt: wat mooi dat ook zij, zwarte en gele kindertjes, bij God én bij ons mogen horen, in Israël worden ingelijfd. Want Israël associeerden we toch vaak met ‘ons’, de kerk, het volk van God. Zendingsverhalen droegen iets vergelijkbaars uit: dappere blanke man trekt het oerwoud in en onder de klapperboom vertelt hij de gekleurde medemens - veelal aangeduid als negers - over de Here Jezus.

Vooral de vermelding van de Moren droeg aan deze beeldvorming bij: die kenden we uit een kinderliedje over ‘Moriaantje’, die - net als Zwarte Piet - zo zwart was als roet. En natuurlijk uit de geschiedenis van de ‘kamerling uit Morenland’ (in de meeste nieuwere vertalingen wordt die, zeer terecht, aangeduid als een eunuch uit Ethiopië).


Wij, witte christenen in Nederland, doen er goed aan om een aantal dingen voor ogen te houden. Om te beginnen dat wij tot dezelfde ‘categorie’ behoren als de Filistijnen, de Tyriërs én de ‘Moren’. En dat deze volkeren zelfs veel eerder werden bereikt met het evangelie dan onze Germaanse voorouders. Dat geldt sowieso voor de buurvolkeren van Israel, de Filistijnen en de bevolking van Tyrus. Maar ook de kerk in Ethiopië was er al lang - vanaf het begin van de 4e eeuw - toen Bonifatius, rond het jaar 700, in Nederland arriveerde. Dus wie wordt nou bij wie ingelijfd?


Verder goed te bedenken dat de secularisatie in Nederland er vooral is door witte mensen die de kerk vaarwel zeggen, maar dat die stevig geremd wordt door christen-migranten. De precieze aantallen zijn moeilijk te berekenen, maar hun aantal wordt geschat op een miljoen; ongeveer net zoveel als er moslims zijn in Nederland.


Na de gewelddadige dood van George Floyd ontstond er wereldwijd een protestbeweging: Black lives matter, zwarte levens doen er toe. Dat zal in de kerk waarschijnlijk niemand ontkennen, maar het is wel goed te beseffen dat christenen de nodige boter op het hoofd hebben als het gaat om onze zwarte medemens; denk alleen al aan de rol van ons calvinistische land in de slavenhandel. Maar zwarte mensen kunnen ook heel erg gekwetst worden door goedbedoelde opmerkingen. Weet dus hoe zij het gebruik van het ’n-woord’ ervaren, naar Zwarte Piet kijken en zich misschien ook wel ergeren aan de woorden uit het lied Jeruzalem mijn vaderstad (Liedboek 265 resp. 737). Daar gaat het in vers 19 over 'de negers met hun loftrompet’. Willem Barnard, de dichter van het lied, heeft daar ongetwijfeld alleen maar iets heel positiefs mee bedoeld, zoals Godfried Bomans met de beste bedoelingen het ‘negertje Flop’ ten tonele voerde in de Pa Pinkelman boeken, en we allemaal zonder enig racistisch motief Sinterklaas lieten assisteren door een zwarte Piet. Je kunt betogen dat zwarte mensen dat maar moeten begrijpen en aanvaarden. Maar misschien moeten we ons dan eerst eens verdiepen in de gevoelens van de nakomelingen van de ‘tot slaaf gemaakten’; de serie Geboeid kan daar bij helpen. 


In Dordrecht mogen we ons verheugen over de aanwezigheid van Wiebe van Horssen van Missie Dordt; naast veel andere zaken die hij oppakt is hij ook betrokken bij het programma Reversed Mission (lees het projectplan). Het kan ons helpen wat meer zicht te krijgen op de breedte van Gods kerk, ook in Dordt.  


Geplaatst in Kerk op Dordt jaargang 11,  nummer x  d.d. xxx 2020

Geen opmerkingen:

Een reactie posten