The 'Tree church', Kanimo, Ghana
In zijn bijdrage aan de opiniepagina van het ND van 31 december 2021 vraagt ds. Karel H. Bogerd wat we doen met het gebed van Salomo in 2 Kronieken 6 vers 12-42. Verderop citeert hij uit hetzelfde bijbelboek (20:7-9) het gebed van Josafat. In beide gedeelten gaat het over de tempel als plaats van gebed in tijden van nood.
Als ik Bogerd goed begrijp, is zijn vraag: hoe kunnen wij ons op dezelfde manier verootmoedigen en als kerk bidden als het volk Israel dat deed bij de tempel, als we niet op de normale manier - het 'oude normaal' - gebruik mogen maken van onze kerkgebouwen.
Het kerkgebouw is geen tempel
Het begin van het antwoord lijkt me te zijn dat je geen is-gelijkteken kunt zetten tussen de tempel in Jeruzalem en onze kerkgebouwen. In de tempel gebeurde iets fundamenteels toen op het tijdstip dat Jezus stierf aan het kruis het voorhangsel scheurde, en later toen de tempel werd verwoest. Het joodse volk is toen niet opgehouden met bidden, en de christelijke gemeente ook niet. Men kwam vooral samen in huizen, maar ook in de open lucht (Handelingen 16:13 en 16), en een gehoorzaal (die was wellicht gehuurd van een heidense leraar, misschien wel tijdens diens siësta, Handelingen 19:9). Daarna duurde het nog een paar eeuwen voor de kerk over eigen gebouwen beschikte.
Maar ook vandaag komen er christenen samen in omgebouwde bouwmarkten, parkeergarages (de Bijlmer), buurthuizen, aula’s van scholen en noem maar op. En naar Zijn belofte is Jezus daar waar twee of drie - dus binnen de thans geldende coronanormen - samenzijn in Zijn Naam. In landen waar de kerk lijdt, beschikt ze veelal niet over eigen gebouwen, orgels, torens met klokken erin en al die andere dingen waarvan wij vinden dat ze onmisbaar zijn. Maar ze is er niet minder kerk om!
Als ik collega Bogerd een tegenvraag mag stellen: wat doen we met het gegeven dat zowel Stefanus (in Handelingen 7:48) als Paulus (in Handelingen 17:24) benadrukken: “de Allerhoogste woont niet in tempelen, met handen gemaakt”?
Er is natuurlijk niet perse iets mis met eigen kerkgebouw, zeker niet als het op zo’n fantastische manier wordt gebruik als door Pinkstergemeente Oase in Arnhem (ND 6/1, p. 6 en 7). Voor veel gebouwen geldt echter dat ze slechts één dag per week, of maar een paar uur, open zijn en ondertussen wel een groot deel van de begroting van de kerkelijke gemeente opslokken. En soms ook nog erg veel energie gebruiken in verhouding tot het gebruik.
Digitaal bidden
Ook in deze coronatijd kan de gemeente van Jezus Christus de nood van de wereld en van de kerk bij God brengen; met twee of drie in een huiskamer of tijdens een wandeling. Maar het kan dus ook met grotere aantallen voor de laptop. Van 16 t/m 23 januari wordt weer de Week van gebed voor eenheid gehouden. Dan kan rondom Teams, Zoom of een livestream de plek worden waar de gemeente van Jezus Christus zich verzamelt om God te prijzen, zich te verootmoedigen en God te bidden voor de nood in de wereld, onze stad, dorp en kerk.
En als het om verootmoediging gaat: op de site van de Week van Gebed 2022 lees ik “aan de vooravond van de Week van gebed voor eenheid vindt op zaterdag 15 januari een Nationaal Gebed plaats. De initiatiefnemers zijn getroffen door de verdeeldheid tussen mensen, in geloofsgemeenschappen en de samenleving naar aanleiding van de aanhoudende coronacrisis. In het gebed wordt God gevraagd om vrede, verbinding, mildheid en eenheid”. Hopelijk haakt Wouterswoude ook aan.
Korte, bewerkte versie in het ND van 11 januari 2022
Geen opmerkingen:
Een reactie posten