donderdag 7 november 2013

Tuitjehorn en naastenliefde





Ineens was vorige maand  Tuitjehorn (gemeente Schagen, Noord Holland, ruim 3.000 inwoners) volop in het nieuws. Een huisarts aldaar diende een terminale patiënt 100x teveel morfine en nog een royale hoeveelheid slaapmedicatie toe, waarop deze binnen een half uur overleed. Toen de huisarts in de auto dit nieuws hoorde, reageerde hij met een high five richting zijn collega-in-opleiding, maar hij vroeg haar wel hier niet met haar begeleider op de universiteit over te praten. Dat deed ze wel, omdat ze vond dat hier grenzen ver overschreden waren. Het gevolg was dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg en het Openbaar Ministerie werden ingeschakeld, de huisarts werd verhoord en geschorst. Daarop maakte die een einde aan zijn leven. Ontzettend tragisch, maar ook ver over de streep. Zoiets mag zelfs in Nederland niet.

De commotie was behoorlijk groot, maar we zullen nooit weten wat de rechter hier nou van vond. Want als een ‘verdachte’ is overleden, stopt het onderzoek en komt er geen proces.
Eerder die week oordeelde rechtbank in Zutphen dat een 71-jarige man uit Bennekom schuldig was aan het doden van zijn 99-jarige moeder, maar legde geen straf op omdat de man gehandeld zou hebben uit naastenliefde. En dan snap ik het even niet meer.

De 99-jarige moeder was weliswaar oud, maar er was  – voor zover ik begrijp – noch  sprake van uitzichtloos noch van  ondraaglijk lijden. De patiënt in Tuitjehorn leed wel pijn, was in ieder geval erg benauwd. En hij was terminaal, hij zou gaan sterven. Dan had de huisarts nog de plicht om zorgvuldig te handelen; er had een euthanasieverzoek moeten zijn, hij had een collega moeten raadplegen, maar dan had hij keurig volgens het Nederlandse (wet-)boekje gehandeld. Daar kun je grote bezwaren tegen, of moeite mee hebben – en dat heb ik in alle gevallen waarin mensen zelf gaan beslissen over leven of dood – maar er was eerder  sprake van ondraaglijk en uitzichtloos lijden dan bij de 99-jarige moeder. Maar de zoon handelde uit naastenliefde en de huisarts leeft voort als ‘Dokter Dood’.

En dan blijft de vraag: wat is naastenliefde; het christelijke begrip dat de rechter aanvoerde in het vonnis als motief om de schuldige verdachte  geen straf op te leggen. In de bijbel kennen we het begrip vooral uit het ‘grote gebod': God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf. En uit de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan, die een antwoord is op een (strik-)vraag: maar wie is mijn naaste; een vraag die Jezus aan hei eind omdraait als hij vraagt: wie is de naaste geweest of geworden (Lukas 10:25-37).

Rechtvaardigt een goede intentie een foute daad. Een argument als ‘ik bedoelde het goed’ wordt nogal eens aangevoerd als excuus voor iets wat fout afliep of fout werd gedaan. Maar soms moet je iets niet alleen goed bedoelen, maar ook goed doen.

En als naastenliefde een argument wordt om geen straf op te leggen, hoe zit het dat met de beruchte corrigerende tik. Die wordt nogal eens uit frustratie of in drift uitgedeeld, en dat is een goed motief om er zeer spaarzamelijk mee om te gaan. Maar als ouders voor de rechtbank aanvoeren dat ze werkelijk hun kind uit liefde een paar  tikken hebben verkocht, is de kans groot dat ze er met een veroordeling, maar zonder straf afkomen, heel klein. Terwijl het, volgens het Woord van Hem die ons leerde de naaste lief te hebben, van wijsheid getuigt het te laten gebeuren (Spreuken 12:1, 13:1, 19:25); Hijzelf tuchtig soms uit liefde (Hebr. 12:6, 7, Op. 3:19).

Als de Samaritaan uit de gelijkenis de man die was overvallen nu uit mededogen uit z’n lijden had verlost – omdat het nog een lange, pijnlijke weg was naar de herberg en/of omdat hij naar alle waarschijnlijkheid altijd een trauma en een handicap zou overhouden aan het avontuur, en dus niet uit gemakzucht - , zou Jezus dan ook hebben geoordeeld dat hij de naaste was geweest of geworden van de gewonde man. Ik weet het niet, maar vermoed eigenlijk van niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten