Delfshaven, Rotterdam
Toen ik in het voorjaar van 1996 begon als voorganger van de hervormde wijgemeente in Krispijn was ik ook bezig met het schrijven van mijn afstudeerscriptie. Die ging over vier missionaire projecten in ‘kansarme’ stadswijken. De meeste inspiratie ontleende ik aan wat er was gebeurd in de hervormde gemeente Delfshaven. Daar vond na de oorlog en wederopbouw een “inkrimpingsproces van verbijsterende omvang” plaats, doordat veel kerkgangers vertrokken naar nieuwe, ruimere en nettere wijken. Van de acht wijkgemeenten bleven er drie over, met een heel sterk vergrijsd ledenbestand. In 1985 werd besloten die drie samen te voegen, maar tegelijkertijd te kiezen voor een nieuwe koers. “De conclusie groeide: de kerk in een oude stadswijk heeft enkel toekomst als zij er wil zijn voor iedereen. Als zij de openheid niet wil, zal ze wegkwijnen en tenslotte verdwijnen.” Met hulp van buiten (HEB, IZB) werden er missionaire werkers aangesteld en allerlei initiatieven ontplooid.
De belofte die verbonden is aan de bekende ‘zendingsopdracht’ in Jeremia 29 - Zoek de vrede/bloei voor de stad (Babel!) - werd bewaarheid: hervormd Delfshaven bloeide op en is nu weer een volop levende en levensvatbare gemeente.
Oud Krispijn, Dordrecht
Voor de hervormde wijkgemeente in Krispijn - een wijk met een vergelijkbare geschiedenis als Delfshaven - zocht men in 1996 opnieuw iemand die nog een poosje op de winkel zou willen passen, maar die uiteindelijk het licht zou moeten uitdoen. Zo stond het niet in de advertentie, maar daar kwam het wel op neer. De geschiedenis van Delfshaven motiveerde mij om toch te solliciteren op deze functie.
En door Gods genade, het werk van de Heilige Geest én dankzij een aantal dappere jonge mensen, die de moed hadden zich aan te sluiten bij een krimpende en sterk vergrijsde wijkgemeente, gebeurde het opnieuw; zij het in veel bescheidener vorm dan in Delfshaven. Maar toch: de wijkgemeente is inmiddels gegroeid en waarschijnlijk qua leeftijdsopbouw de jongste binnen de PKN-gemeenten op het Eiland van Dordrecht. Nu staat ze voor de uitdaging niet alle energie op te laten gaan aan ‘de boel bij elkaar houden’, maar om een voluit missionaire gemeente te zijn.
De Staart, Dordrecht
Het gerucht gaat dat er (opnieuw) plannen zijn om de Petruskapel op de Staart te sluiten. Daarmee zou er weer een kerk in een ‘achterstandswijk’ verdwijnen; en dan ook nog de enige, dus laatste! Ik vind dat om verschillende redenen een slecht idee.
- Er ís nu nog een gemeente van Jezus Christus. Klein en grijs, maar - voor zover ik dat kan beoordelen - wel een hechte gemeenschap.
- De afgelopen jaren zijn er in meerdere ‘kerkloze’ of ‘kerkarme’ buurten - zoals de Vogel- en, Zeehavenbuurt - nieuwe projecten gestart, aangeduid als gemeentestichtings- of pioniersplek. Op de Staart begon de vrijgemaakte Kandelaarkerk een aantal jaren terug Staartlicht, en ook Youth for Christ werd er actief. Inmiddels vallen die initiatieven onder Missie Dordt. Maar er zijn ook contacten met de Petruskapel: in het gebouw worden bijvoorbeeld kinder- en jongerenclubs gehouden. Dat biedt kansen om elkaar te versterken.
- Hierboven twee voorbeelden van ‘terminale’ kerkelijke gemeenten die opbloeiden. Maar er zijn er meer, óók in ons door-en-door geseculariseerde landje. Zou dat dan voor de gemeente van Jezus Christus die op de Staart is niet kunnen gelden? Successen uit het verleden zijn weliswaar ook in de kerk geen garantie voor de toekomst, en het vraagt ook iets van de kerk waar het om gaat. Maar de eerder genoemde belofte geldt ook voor de Petruskapel: wie de vrede of bloei zoekt voor de stad(swijk), deelt zelf in die zegen: “… als het goed gaat met Babel, dan gaat het ook goed met jullie!”(Jeremia 29:7, BGT).