Het zou zomaar kunnen dat u geen idee hebt wat dat is: een hackaton. Geneer u niet; ik wist het ook niet, totdat ik afgelopen najaar een uitnodiging kreeg om eraan deel te nemen. Om precies te zijn: een hackaton over Armoede en Schulden, georganiseerd door een aantal trainees van de Sociale Dienst Drechtsteden. Volgens een simpele definitie is een hackaton een “event waarin studenten of specialisten hun slimme hoofden bij elkaar steken om binnen korte, vastgestelde tijd een bepaald probleem op te lossen”. Alleen al het feit dat de organisatoren dachten dat ik zo’n slim hoofd heb, was genoeg reden om me aan te melden.
Nu had ik net het prachtige boek van Japke-d. Bouma gelezen, Ga lekker zélf in je kracht staan; over de “ergste clichés op kantoor”. Zoals daar zijn: staand vergaderen, de flexplek, de customer journey, de start-up en agile werken (onbekende woorden graag zelf even opzoeken; de mij toegemeten 600 woorden zijn zomaar op). En dat had me behoorlijk wantrouwig gemaakt, alleen al vanwege de aanduiding van de bijeenkomst.
Maar het viel mee; met mensen die op heel verschillende manieren met armoede en schulden te maken hebben, dachten we een lange middag in groepen na over manieren om te voorkomen dat mensen in de schulden komen en, als dat toch is gebeurd, over het wegnemen van obstakels in het proces van schuldhulpverlening. En daar kwamen hele zinnige ideeën uit (die mochten we pitchen; dat betekent: kort presenteren).
‘Hackatonnen’; dat zouden we in de kerk ook eens moeten doen, lijkt me. Want net als in de schuldhulpverlening, de zorg en het onderwijs, is ook de kerk vergeven van van de regeltjes en tradities (met een kleine t) die haar functioneren behoorlijk in de weg staan, zeker in een tijd van kerkverlating en groeiende financiële zorgen. Regels soms die ooit om begrijpelijke, maar soms ook om heel onduidelijke of aanvechtbare motieven zijn ingevoerd. En die haar dus verhinderen dat te doen waartoe zij op aarde is: zout en licht zijn.
Dat kán verassende, maar misschien ook wel pijnlijke uitkomsten opleveren; vooral als tijdens de hackaton de bijbel opengaat.
Zo zou het interessant zijn om eens een hackaton te wagen aan de enorme last van gebouwen in het licht van het gegeven dat de Allerhoogste niet (meer) woont in wat men met mensenhanden is gemaakt’ (Hand. 7:48, 17:24) en het kerkgebouw dus niet, zoals de tempel, een ‘huis van God’ is. Of over de predikant, die in geen enkele lijst met gaven en bedieningen voorkomt (alleen de rondreizend prediker is zijn loon - bad, brood en bed - waard, Mt. 10:10). Het kan ook over de samenkomst van de gemeente gaan, waarin ‘ieder iets’ heeft; dat lijkt in 1 Kor. 14 toch echt over meer te gaan dan de koster die ‘kostert, de organist die speelt en het gemeentelid dat de schriftlezing doet. En met ‘sacramentsbevoegdheid’ tenslotte, leek men in de vroege kerk ook heel anders om te gaan dan bij ons; Jezus preekte bijvoorbeeld zelf, maar liet het dopen aan zijn nog-niet-afgestudeerde leerlingen over (Joh. 4:2). Boze tongen beweren zelfs dat de regel dat je predikant moet zijn om te mogen dopen of het Avondmaal te bedienen méér te maken heeft met de geclaimde beroepsbescherming van predikanten dan met de bijbelse gegevens.
Gelukkig is er in de nodige dossiers wel wat in beweging in ‘onze’ PKN. Weliswaar nog nog niet met hackatons, maar met commissies en uitvoerige rapporten en lange classis- en synodevergaderingen. Maar het besef dat men terug moet naar de basis, vanwege een krimpende kerk, maar hopelijk ook vanwege het besef dat al te vaak menselijke instellingen de komst van het Koninkrijk in de weg hebben gestaan, lijkt er te zijn.
Geplaatst in Kerk op Dordt jaargang 10, nummer 5 d.d. 1 maart 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten