In een oud formulier voor de bevestiging van ambtsdragers (nr. II uit het oude hervormde dienstboek, p. 170) wordt over de taak van diakenen gezegd: Daarenboven zullen zij de kerk dienen in haar taak om ook overheid en volk te wijzen op hun roeping, te streven naar een samenleving waarin het rechtvaardig toegaat en waarin er ruimte is voor ieder mens om le leven en te werken.
In de jaren dat ik nu meedraai in het diaconale circuit, is dat nog wel eens aan de orde: dat je de (plaatselijke) overheid benadert inzake dingen die er mis gaan voor mensen die het - naar Nederlandse normen - iedere maand met een heel klein beetje geld moeten doen en die dan ook nog te maken krijgen met allerlei sancties die hun ruimte om te leven en te werken ernstig belemmeren.
Soms helpt dat. Dan erkent de overheid c.q. de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) dat de regels misschien wel juist zijn toegepast, maar dat de casus uitwijst dat de regels niet deugen. Twee voorbeelden: de rechter bepaalde dat een vrouw recht had op een paar honderd euro alimentatie per maand. ’Dat ga ik niet betalen’, zei haar ex. ’Maar wij gaan het wel vast inhouden’, besloot de SDD. Nu is er wel een procedure waarmee de vrouw haar geld kon binnenhalen, maar die duurt zo maar een half jaar. En dan had ze wellicht inmiddels onder de brug geslapen omdat ze van een halve uitkering niet eens haar de vaste lasten kon betalen, laat staan dat ze er ook nog boodschappen van kon doen.
Een andere inwoonster van deze stad had werk gevonden, maar wel met een nul-urencontract. Haar salaris van september werd pas 27 oktober betaald, en de berekening kreeg ze ook niet eerder. Maar in de regeltjes van de overheid staat dat ze verplicht was uiterlijk 25 oktober aan te tonen hoeveel ze had verdiend, zodat dat bedrag verrekend kon worden. Dat kon ze dus niet, en daarom kreeg ze bericht dat ze een boete van 150 euro zou krijgen. Nogal een fors bedrag als je van een inkomen op bijstandsniveau moet leven; het verschil tussen wél of niet voldoende eten voor je kinderen.
Soms helpt het niet. Ik trok jaren op met een Dordtenaar aan wie keer op keer was beloofd dat hij via allerlei integratietrajecten en ’stages’ vast werk kon krijgen. Hetgeen niet gebeurde. Vervolgens werd hij - na een misstap, dat wel, maar vooral voortkomend uit het gegroeide wantrouwen tegenover de SDD - bijna als vermeend terrorist behandeld door die organisatie. Ik schaam me nog plaatsvervangend voor de manier waarop hij in een bezwaarcommissie werd behandeld door de voorzitter, en hoe het lid van de commissie dat was aangewezen om vooral zijn belangen te behartigde, stommetje speelde.
Nu is een diaken geen profeet; die kregen heel rechtstreeks van God te horen wat ze moesten zeggen en tegen wie. Daarbij kwamen zelfs koningen aan de beurt, denk aan Natan versus David en Johannes de Doper die Herodes op zijn fouten wees. Zo heeft de kerk het - naar mijn bescheiden mening: terecht - ook altijd als haar opdracht gezien de overheid aan te spreken op haar verantwoordelijkheid. Soms deed de ze dat wel met een heel grote mond en redelijk eenzijdig en/of voorbarig, en daar moet ze voor oppassen. Maar PKN-scriba Arjen Plaisier deed het vorig jaar weloverwogen, correct, toen hij namens de PKN de landelijke overheid aansprak op haar houding tegenover asielzoekers .
Diakenen doen dat óók, ofwel: ’daarenboven’. Ze helpen - wereldwijd, of in eigen land en stad - daar waar geen helper is. Maar soms is er wat meer nodig; dan wijst zij of hij niet alleen de eigen gemeente, maar ook de overheid op haar roeping ruimte te scheppen. Ruimte voor ieder mens om te leven en te werken.
Geplaatst in Kerk op Dordt jaargang 6, nummer 6 d.d. 13 maart 2015, p. 32
Geen opmerkingen:
Een reactie posten