Het gelovige gebed zal de zieke redden, en de Heer zal hem laten opstaan.
(Jakobus 5: 15a)
We hadden het al eens aangeboden in onze wijkgemeente: ziekenzalving, zoals Jakobus daar aan het slot van zijn brief over schrijft. Dat was in de tijd dat Janneke Vlot uit Bleskensgraaf werd genezen van posttraumatische dystrofie. Naar aanleiding van deze gebeurtenis hielden we een leerhuis en besloten we als kerkenraad dat we verzoeken om ziekenzalving graag wilden honoreren. Daar werd jaren geen gebruik van gemaakt, tot eind vorig jaar een jonge vrouw uit de wijkgemeente dat wel deed.
Nu is gebedsgenezing een onderwerp waarover in kerkelijke kring de wegen behoorlijk uiteen gaan. Rooms Katholieken maakten er een sacrament voor stervenden van, het laatst oliesel. Sommige gebedsgenezers maakten velen huiverig (en afkerig) omdat zij zieken die niet genazen op hun gebed verweten dat ze te weinig geloof hadden (dat terwijl Jezus in Mt. 17:14-20 de ‘genezers’ hun ongeloof verwijt, niet de zieke jongen of zijn vader) of die zieken afraadden of verboden een arts te raadplegen.
Voor veel anderen speelt het onderwerp helemaal geen rol (meer); orthodoxen twijfelen er niet aan dat Jezus en de apostelen indertijd wonderen hebben verricht, maar stellen dat dat niet meer hoefde, en dus ook niet meer gebeurde, toen de bijbel klaar was; vóór die tijd was het nodig om de heidenen te overtuigen. Aan de ander kant van de kerk worden wonderverhalen ontmythologiseerd: ze hebben wel betekenis, maar moeten vooral niet letterlijk gelezen worden.
De verzen kunnen inderdaad veel vragen oproepen: over genezing en geloof, genezing en zonde, over de ‘aard’ en functie van de zalfolie, over van alles en nog wat. En pastoraal zit er ook heel veel aan vast: wat als iemand niet geneest, toch sterft?
Maar misschien moeten we maar gewoon gehoorzaam zijn: zingen als je vrolijk bent, bidden als je het moeilijk hebt en de oudsten van de gemeerde roepen als je ziek bent, om die voor je te laten bidden en je met olie zalven. En misschien moeten die oudsten dat dan maar gewoon doen, óók als ze veel vragen hebben.
Je wordt er altijd beter van, zei iemand over ziekenzalving. Dat kan wat vrijblijvend klinken: er zijn ook mensen die ontzettend opknappen van een flesje gekleurd water. Maar tegelijkertijd blijkt het ook erg waar te zijn: soms doordat de zieke op een wonderbaarlijke manier geneest, soms ook doordat die in volle vrede en/of zonder pijn sterft. Niet iedereen staat op van zijn bed, óók niet in de bijbelse tijd. Maar het gelovige gebed zorgt wel voor redding; soms van de dood, soms door de dood heen.
Geplaatst in Kerk op Dordt jaargang 7, nummer 3 d.d. 5 februari 2016