Dus eet je brood met vreugde, drink met een vrolijk hart je wijn. God ziet alles wat je doet allang met welbehagen aan. Draag altijd vrolijke kleren, kies een feestelijke geur. Geniet van het leven met de vrouw die je bemint. Geniet op alle dagen van je leven, die God je heeft gegeven. Het bestaan is leeg en vluchtig en je zwoegt en zwoegt onder de zon, dus geniet op elke dag. Het is het loon dat God je heeft gegeven.
Prediker 9:7-9
Als iemand ’dus’ schrijft, verwacht je dat er een logische conclusie volgt: roken is heel slecht voor je gezondheid, dus daar kun je beter zo snel mogelijk mee ophouden! Maar in Prediker 9 lijkt iedere logica zoek. In de eerste zes verzen van het hoofdstuk heeft de schrijver betoogd dat ieder mens hetzelfde lot treft - zo staat het ook letterlijk in vers 3 - het maakt niet uit of je al dan niet rechtvaardig bent.
Als je dat concludeert, ligt het voor de hand te vervolgen met de woorden waarmee het bijbelboek begint: ijdelheid der ijdelheden, het is allemaal ijdelheid (ofwel, met de NBV: allemaal lucht en leegte). Allemaal zinloos.
Maar dat doet Prediker niet. Heel verrassend gaat hij verder met het advies om volop te genieten van het leven. En dan niet vanuit al die het negatieve Geniet van ’t leven, het duurt maar even, maar in het geloof dat de goede dingen in het leven van God komen. Leven in het besef van de naderende dood moet niet leiden tot droefheid daarover, maar tot vreugde over het huidige leven.
Nu stammen de meeste leden van de PKN, en dus de meeste lezers van dit kerkblad, van het calvinistische deel van de Reformatie, en die worden geacht vooral sober en matig te zijn; genieten scoort niet echt hoog op de lijst met christelijke deugden. Tot hun troost kan worden gemeld dat ook Prediker het hier niet heeft over een leven waarin alle remmen los gaan; hij sluit zijn boek ook af met de conclusie dat God oordeelt over elke daad en ieder dus dient te leven in ontzag voor God en gehoorzaamheid aan Zijn geboden. Maar dat sluit niet uit dat iedereen het gewone leven mag genieten als een gave van God.
Jochem Douma noemt de verzen over genieten een oase in de woestijn. Of eigenlijk: niet meer dan een oase in de woestijn. Over die woestijn heeft Prediker het uitvoerig gehad. Als rijke koning met een fors harem had hij alles waarvan veel mensen denken dat daarin het geluk te vinden is: bezit, macht, vrouwen (ofwel: gold, glory and girls). Maar de les die hij leerde is dat dat allemaal ijdelheid, allemaal lucht en leegte is. Toch brengt dat hem er niet toe dan maar voor de trein te springen. Integendeel: al bevind je je in de woestijn, dan hoeft dat geen verhindering te zijn om de weldaden van de oase volop te vieren en te genieten, als gave van God. Oók na de vakantie.
Geplaatst in Kerk op Dordt jaargang 6, nummer17 d.d. 10 april 2015