zaterdag 26 april 2014

Obediëren

Vraag Zal de gemeente van Jezus Christus op of rond nationale feestdagen ook het volkslied zingen in (of direct na) de eredienst.

Antwoord Dat behoort tot de middelmatige dingen en het staat de gemeente dus vrij het wel of niet te doen. 

Ik begreep dat er nog over gediscussieerd is, maar in het nieuwe Liedboek zijn uiteindelijk weer alle 15 coupletten van het Wilhelmus opgenomen (lied 708), zoals dat eerder gebeurde in het ’oude’  (lied 411) en de ’hervormde bundel’ van 1938 (Gezang 301). In de 119 gezangen van de Gereformeerde Kerken (uit 1962) werden als laatste gezang alleen de coupletten 1, 6 en 14 opgenomen. Maar de opvatting dat het in ieder geval mogelijk moet zijn het Wilhelmus aan te heffen, gaf kennelijk steeds de doorslag; ook al zijn 13 van de 15 coupletten waarschijnlijk uiterst zelden of nooit gezongen. 
Nu ben ik zelf, vrees, ik, wat minder ’God, Nederland en Oranje’ dan ik volgens sommigen zou moeten zijn. Niet dat ik zo nodig een president hoef; daarmee ben je vaak verder van huis dan met een  koning die goed functioneert. Maar om Blauw bloed en vergelijkbare programma’s  zap ik altijd zorgvuldig heen. Ik verwonder me ook nogal over het feit dat uitgerekend in kringen waar wordt gezongen op prinsen geen betrouwen te stellen men nochtans van de eigen prinsen (en koning) geen kwaad wil weten. Hoewel: recent las ik wel  een kritische beschouwing over het gedrag van onze koning op de Dag des Heren tijdens de Olympische Winterspelen in Sotsji.

Maar goed, het Wilhelmus dus. In het eerste couplet staan dingen die ik niet of nauwelijks door m’n strot krijg. Dat je flink ingelezen moet zijn in de vaderlandse geschiedenis om te begrijpen waar je  ’duitse bloed’ vandaan komt en waarom je de koning van Hispanje altijd hebt geëerd, of dat in ieder geval had moeten doen, is één ding. Maar om te beloven dat je het vaderland altijd trouw zult blijven, ’tot in den dood’, is volgens mij niet alleen levensgevaarlijk maar ook niet echt christelijk.  Voor de bewijzen hoeft u niet verder te kijken dan ons eigen Europa en de afgelopen eeuw met z’n twee wereldoorlogen. Wie zijn leven inzet om de tirannie te verdrijven, om te vechten voor de vrijheid, om zijn of haar naaste te beschermen, verdient ons diepe respect, maar dat is iets anders dan blind de strijd aangaan voor Koningin en Vaderland. 

Maar wat doen we dan met het Wilhelmus? Alleen vers 6 zingen zou een optie zijn; dat is een prachtige geloofsbelijdenis. Maar soms kun je niet onder het 1e vers uit. Vorig jaar heb ik daar wat op gevonden: vers 15, als tegenhanger van vers 1. In dat vers gaat het ook om een belijdenis: dat je ’te genen tijde de koning hebt veracht’. Maar dan volgt er een komma en een voorbehoud, en daarin staat dat moeilijke woord dat boven deze PS staat: obediëren. Hoewel: zo moeilijk is het nu ook weer niet als je weet dat het precies hetzelfde betekent  als het engelse ’to obey’: gehoorzamen. 

Wie bij het ’den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood’ het voorbehoud maakt dan daar één uitzondering op is - namelijk: dat zij of hij God méér gehoorzaam moet en zal zijn dan de mensen, zelfs dan de koning - blijft in de lijn van de apostelen. Die riepen op de overheid te gehoorzamen en daaraan trouw belasting te betalen - en dan hadden ze het n.b. over de Romeinse bezetter -  behalve wanneer ze daarmee ongehoorzaam zouden zijn aan God (Handelingen 4:19).  Toch maar goed dat voor het héle Wilhelmus is gekozen!

Geplaatst  in Kerk op Dordt jaargang 5, nummer 9  d.d. 25 april 2014, p. 32