Lucas 4;21
De preek die Jezus hield in Nazareth
telt in de grondtekst en in de meest gangbare vertalingen niet meer dan tien
woorden. Goed, er komt wel een vervolg,
maar dat is naar aanleiding van reacties van de hoorders. De synagogediensten
waarin Jezus het woord voerde, waren kennelijk wat interactiever dan onze
kerkdiensten.
Maar ondertussen was de preek wel heel
erg veelzeggend en werken ze ook wat uit. Er is aanvankelijk instemming, en na
de toelichting in de verzen 23 tot en met 27, grote woede en zelfs een poging
op de voorganger van die morgen te liquideren.
Jezus kreeg de boekrol van Jesaja
overhandigd en las het begin van wat later het 61e hoofdstuk zou
worden. In dat gedeelte van het boek wordt het volk, dat berooid is
teruggekeerd uit de ballingschap, moed ingesproken; de profeet is gezalfd met
de Geest van God “om verslagen harten hoop te bieden”. Maar dat goede nieuws wordt ook heel concreet:
het gaat om vrijlating voor gevangenen en onderdrukten en om blinden die weer
kunnen zien. En dan komt Jezus en zegt: het is zover. Vandaag hebben jullie
deze schrifttekst in vervulling horen gaan. Met andere woorden: Ik ben de
vervulling van deze profetie. Met zijn komst is er wezenlijk iets veranderd, is
er toekomst, is er hoop voor eenieder die het uit zijn handen wil ontvangen. En
in zijn spreken en handelen zien we het werkelijkheid worden: zieken worden
genezen, blinden, zien weer, bezetenen worden bevrijd en schuldige mensen mogen
vrij ademhalen omdat hen vrijspraak wordt aangezegd.
Maar ook (zelfs) in Jezus tijd werd
het niet altijd en overal zichtbaar. Niet bij Johannes de Doper, bijvoorbeeld. Toen
hij gevangen werd genomen door Herodes, liet hij aan Jezus vragen:”Bent u
degenen die komen zou of moeten we een ander verwachten?” Jezus wijst ook hem
op Jesaja 61: vertel Johannes maar dat het allemaal gebeurt: zieken worden genezen,
blinden gaan weer zien (Lucas 7:18-23). Alleen de woorden over de gevangenen
die worden losgelaten, ontbreken dan in het antwoord. En voor Johannes komt er
ook geen vrijlating aan deze kant van het graf: hij wordt onthoofd.
Er is iets wezenlijks veranderd toen
Jezus mens werd. Soms wordt het nu al zichtbaar, soms ook niet. Maar we mogen
uitzien naar, en bidden om de tekenen van het Koninkrijk, hier en nu, en naar
de definitieve doorbraak: Uw Koninkrijk kome.
Meditatie in het kerkblad Kerk op Dordt, jaargang 5, nr. 2, 17 januari 2014